De beschrijving van de erepenning Brielle 1813

Paragraaf 2: De beschrijving van de erepenning van Brielle 1813

De erepenning van Den Briel 1813 is ingesteld in 1814 door de Souvereine Vorst der Nederlanden, de latere koning Willem 1 voor moedig gedrag tijdens de bevrijding van Den Briel. Het is een ronde zilveren medaille met een middellijn van 40 millimeter. De voorzijde vertoont het opschrift "VOOR / MOED / EN / VADERLANS / LIEFDE". De keerzijde toont alleen de tekst "BRIELE / 1 DEC 1813". Zeer opmerkelijk is de plaatsnaam "Briele" op de penning gegraveerd met 1 x "L". Het lint is 31 millimeter breed en is verdeeld in vijf banen in de volgorde oranje, wit, blauw, wit, oranje waarbij de buitenste oranje baan breder is dan de banen wit en blauw. 

Voorzijde en achterzijde van de Eerepenning Briele 1813.
Afbeelding afkomstig uit https://www.schulman.nl/auction/cat350.pdf


De erepenning van den Briel 1813, Ooltgensplaats 1813 (Duquesne) en 's-Hertogenbosch 1814 zijn 3 erepenningen zijn van gelijke grootte, vorm en gravering. Ook het draaglint is bij alle drie gelijk. Opmerkelijk aan de graveringen aan de voorzijde is dat ondanks het 3 verschillende erepenning betreft, de graveren aan de voorkant opmerkelijke overeenkomsten hebben, namelijk:

  • Het woord "VADERLANDS" is groter van formaat dan de overige letters. De overige tekst is 2 mm hoog maar het woord "VADERLANDS" is 3 mm hoog.
  • Door de bovengenoemde hoogte van 3 mm van het woord "VADERLANDS" is men waarschijnlijk in ruimtegebrek gekomen voor de gravering van de letter "S". Deze letter lijkt een beetje geïmproviseerd tussen de "D" en de rand geplaatst te zijn. De letter "S" lijkt ook een andere vormgeving te hebben, maar dat is gezichtsbedrog. Alle letters op de medaille zijn rechtlijnig, behalve de "S", deze letter heeft alleen maar krommingen/bochten.

Voorzijde van de erepenning 's-Hertogenbosch uit de eigen collectie.

In het jaarboek van het Koninklijk Nederlandsch Genootschap voor Munt- en Penningkunde 1932 uitgegeven te Amsterdam door P.A. Hemerijck wordt gesproken over een erepenning waarbij de plaats Brielle wel met 2 x "L" wordt geschreven. 

Knipsel uit het jaarboek van het Koninklijk Nederlandsch Genootschap voor Munt- en Penningkunde 1932. (https://jaarboekvoormuntenpenningkunde.nl/jaarboek/1932/1932a.pdf)

Knipsel uit het jaarboek van het Koninklijk Nederlandsch Genootschap voor Munt- en Penningkunde 1932. (https://jaarboekvoormuntenpenningkunde.nl/jaarboek/1932/1932a.pdf). Opmerkelijk is dat Briele geschreven wordt met dubbel "L". Op de miniatuur decoraties zien we dit ook terug, echter niet op de grootmodel erepenningen.

Met een schrijven aan Koning Willem I van 14 november 1817 verzoekt de heer Teunis Blanken om toestemming deze erepenning aan een lint te mogen dragen. 

2 afbeeldingen van het verzoek van de heer Teunis Blanken waarin hij toestemming vraagt om de erepenning van Brielle 1813 te mogen dragen. (Nationaal Archief - Algemene Staatssecretarie - bloknummer H24000-toegangsnummer 2.02.01-inventarisnummer 533-Depot 502B 41/07.1 t/m 41.07.7. Foto's aangeleverd door Rogier Rijpkema)

De letterlijke tekst (op de oude Nederlandse schrijfwijze) is als volgt:

                                                                                                                                           Brielle den 14 November 1817

                                                                                                                                           Sire

Het behaagde Uwe Majesteit den ondergeteekende onzen toenmaligen Predikant Pauw en eenige inwooners deze stad met eene medaille te vereeren - uit naam van die allen nam ik de vrijheid in navolging dat Amsterdamse Burgerij Uwe Majesteit Eerbiediglijk te verzoeken ons te vergunnen om dezelve aan een zodanig lint te dragen als het Uwe Majesteit zal goedvinden.
Mogelijk bij gelegenheid der aanstaande verjaring van onze gezegende omwenteling deze bede herhalen- en - Uwe Majesteit nederig solliciteeren - dit ons verzoek in te willigen en aan degeenen die gemelde eerepenning ontvingen dit bij dispositie te doen blijken. Zoo zal de ondergeteekende zoo zullen allen die met hem in die eere deelden, zich bij vernieuwing aan Uwe Koninglijke Perzoon en Stamhuis het pligt achten en met geestdrift zoo ooit dat God verhoede de nood dit eischt goed en bloed voor dezelve op offeren.
Met den diepsten eerbied hebbe ik de eere mij te onder schrijven.

                                                                                                      Sire


                                                                                          Van Uwe Koinglijke Majesteit
                                                                                          den zeer Onderdanige Gehoorzamen
                                                                                          en Getrouwe Onderdaan

                                                                                          Mr Blanken Jansz.

Op 18 december 1817 geeft de Minister van Staat en Kanselier der Orde van de Nederlandse Leeuw Roell een advies aan Koning Willem I.

3 afbeeldingen van het advies van Minister van Staat Roell aan Koning Willem I. (Nationaal Archief - Algemene Staatssecretarie - bloknummer H24000-toegangsnummer 2.02.01-inventarisnummer 533-Depot 502B 41/07.1 t/m 41.07.7. Foto's aangeleverd door Rogier Rijpkema)

Op 20 december 1817 no. 83 geeft Koning Willem I toestemming de erepenning te mogen dragen aan een lint met de kleuren oranje-wit-blaauw. 

3 afbeeldingen waarin Koning Willem I toestemming geeft tot het dragen van de erepenning van Brielle 1813 aan oranje-wit-blauw lint. (Nationaal Archief - Algemene Staatssecretarie - bloknummer H24000-toegangsnummer 2.02.01-inventarisnummer 533-Depot 502B 41/07.1 t/m 41.07.7. Foto's aangeleverd door Rogier Rijpkema)

De tekst van het schrijven van Koning Willem I waarin hij toestemming verleent om de erepenning te mogen dragen luidt als volgt:

In de hiervoor gepubliceerde tekst wordt ook gesproken over de benoeming van T. Boosf in de Orde van de Nederlandse Leeuw. In paragraaf 3, de ontvangers van de erepenning van Brielle 1813 wordt de aanvraag van T. Boosf verder beschreven.

De erepenningen voor Den Briel, fort Duquesne en Den Bosch werden door de Haagse zilversmid F.M. Simons geleverd a 5 gulden en 10 stuivers per stuk.

Van de erepenning van Briele 1813 zijn miniatuur medailles bekend met een diameter van 15mm en 21 mm. Op de miniatuur medaille van 21mm (zie hieronder) is de plaatsnaam "Brielle" wel met 2 x "L" gegraveerd. 

Afbeelding van een miniatuur medaille 21mm van de erepenning Brielle 1813. Exemplaar en afbeelding uit de Collectie Historisch Museum Den Briel objectnummer 2118. Opmerkelijk is dat Briele geschreven wordt met dubbel "L"., dit zien we echter niet op de grootmodel erepenningen.

Afbeelding van een miniatuur medaille 15mm van de erepenning Brielle 1813. Exemplaar en afbeelding uit de Collectie Historisch Museum Den Briel objectnummer 2119

Naast deze erepenning werd er nog een grote ovale gegraveerde draagplaat door de binnenloods van Den Briel vereerd aan Ary Pols, de man die, 60 jaar oud, in Den Briel het stuk geschut van de kustkannoniers geleid heeft tegen het veldstuk geschut van de Fransen.

Het betreft een zilveren gegraveerde draagplaat in een kabelrand, dezelfde kabelrand die ook aangebracht is bij de medailles voor Den Briel, fort Duquesne en Den Bosch. Dit enige exemplaar werd in november 1868 voor 42 gulden gekocht door de heer J.F.G. Meyer voor het Koninklijk Penning Kabinet (Catalogus J. van Dam D.W.z. No. 3922). De tekst op de medaille luidt: